Boeren gebruiken meer chemische gewasbeschermingsmiddelen wanneer er op omliggende percelen biologisch wordt geteeld. Als de totale oppervlakte van biologische landbouw in een gebied substantieel toeneemt of als biologische akkers geclusterd zijn, neemt het gebruik van pesticiden juist af.
Dat blijkt uit Amerikaans onderzoek waarover wetenschappelijk tijdschrift Science bericht. Het praktijkonderzoek bouwt verder op een theoretisch onderzoek uit 2013 waarin ecoloog Felix Bianchi van Wageningen University & Research tot dezelfde conclusies komt.
Meer natuurlijke vijanden door minder pesticiden
“Op biologisch beheerde landbouwgronden gedijen natuurlijke vijanden van plaaginsecten beter dan in conventioneel beheerde landbouwgronden,” legt Bianchi uit. “Dit leidt tot een natuurlijk evenwicht, waarbij de populaties van plaaginsecten onder controle worden gehouden door hun natuurlijke vijanden.”
Wanneer plaaginsecten zich verplaatsen naar velden waar wel gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt, ontstaan problemen omdat natuurlijke vijanden zoals spinnen, sluipwespen en roofkevers daar veel minder voorkomen. Dit zet boeren aan tot intensiever gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, zo komt uit het onderzoek naar voren.
Minder spuiten in gangbare landbouw dankzij biologische percelen
De bevindingen uit de twee studies pleiten volgens Bianchi voor een verdere verduurzaming van de landbouw. “In Nederland zouden we sneller moeten overschakelen naar teeltmethoden waarbij geen of in ieder geval veel minder chemische gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt. We zitten nu op iets minder dan 5 procent biologisch beheer: als dat naar 20 of 30 procent gaat, dan zullen boeren veel minder hoeven te spuiten omdat er dan meer natuurlijke vijanden in ons landschap aanwezig zijn.”
Bron: WUR