In de kop van Noord-Holland rijdt de eerste geleverde New Holland TS135A van Nederland. Besteld in 2001, geleverd in december van 2003. Loonbedrijf Poland uit Waarland zocht een opvolger voor de Fiat Winner F110 met Herder-maaiarm. De TS135A was in die tijd de perfecte opvolger. Hij heeft tot eind 2018 ieder jaar tussen de duizend en vijftienhonderd uren gedraaid.
Vaste chauffeur Niels van Baar roemt de sterke FPT-motor, het zicht rondom, de ruime cabine, de eenvoudige bediening en de goede airco. Minpunten noemt hij ook: hij mist de 1000 eco-aftakas en de Vario-versnellingsbak.
Veel glas in de cabine
Bijna twee jaar heeft Poland moeten wachten op de nieuwe trekker. Men kocht als eerste de opvolger van de New Holland TS van het merk. Poland bestelde de TS135A met alles erop en eraan. De meest luxe uitvoering die er verkrijgbaar was. Maar er was maar één reden waarom de TS135A voldeed aan de eisen van de loonwerker: het vele glas in de cabine. Geen cabinestijl meer in het zicht van de maaiarm. De eerste vijfhonderd uren heeft Poland de trekker ingezet als manusje van alles. Naast harken en mestpompen was de New Holland TS135A regelmatig aan een wikkelaar of silagewagen gekoppeld. “We wilden eerst kijken wat de trekker in z’n mars had”, vertelt Ard Poland.
Na die vijfhonderd uren is de Herder-maaiarm eraan gekoppeld. Tot 2008 werd de maaiarm nog van de TS135A gehaald om diverse werkzaamheden uit te voeren. “De versnellingsbak is een ElectroCommand 17×16. Dit betekent dat de trekker geen kruipgangen heeft maar wel vijftig kilometer per uur haalt”, vertelt van Baar. “Hierdoor werd het lastig om veel veldwerk uit te voeren. En aan de steeds grotere gras- en maiswagens werd hij snel te klein.” Vandaar dat Poland ervoor koos om de TS135A maar aan de maaiarm te laten hangen. Nu heeft de TS135A 16.402 uren op de teller.
Gemiddeld 1200 uren per jaar
Tot eind 2018 reed van Baar jaarlijks gemiddeld 1200 uren met de TS135A. Begin 2019 kreeg hij een nieuwe New Holland T7.190. Vanaf die dag fungeert de trekker alleen nog maar als back-up. Toch is hij nog goed voor 350 uur per jaar. Die worden voornamelijk aan het einde van het jaar gemaakt als alle gewassen van het land zijn. “Inruilen heeft geen nut. Jaarlijks kost de trekker niet meer zo veel en voor de onderhoudskosten hebben we nog lang geen nieuwe op het erf staan”, vertelt Arjan Brouwers, planner van Loonbedrijf Poland. Daar voegt Poland nog aan toe: “Zeker niet voor de uren die hij jaarlijks nog maakt.”
Onderhoud in eigen beheer
Onderhoud wordt door het loonbedrijf zelf gedaan, tenzij er een laptop aan te pas moet komen. Dan laat men de reparaties over aan de dealer. In al die jaren is er motorisch nog nooit iets mis geweest. Technisch gezien is de versnellingsbak een ander verhaal. Rond de elfduizend uren is de ElectroCommand-bak uit elkaar geweest voor een kleine reparatie, maar rond de veertienduizend uren was het goed mis. De te lichte versnellingsbak gaf door het vele koppelingswerk de geest. De TS135A werd gesplitst en alle koppelingsdelen werden vervangen door verzwaarde koppelingsplaten van een New Holland T6020. Vanaf die tijd loopt de trekker weer als een zonnetje. Ondanks de hoge kosten is Poland tevreden met het resultaat. Wel moeten de voorwiel- en achterwiellagers, door het zware gewicht van de Herder-maaiarm, regelmatig vervangen worden.
Op veel bijzonder plekken geweest
Van Baar heeft jaren plezier gehad van de trekker, ondanks de mindere versnellingsbak. Achteraf was het gemis van een 1000 eco aftak-as en de traploze transmissie wel aanwezig. Maar het zicht rondom de trekker, de oerdegelijke en taaie motor, de uitstekende airco, de luxe voorasvering en de ruime cabine waren een genot om mee te werken. “Maar vergelijken met een hedendaagse trekker is niet eerlijk”, vertelt Poland. De New Holland TS135A heeft op veel bijzondere plekken mogen werken, zoals op de ring van Alkmaar in de nachtelijke uurtjes. “Maar het meest bijzondere is de rijstijl van de chauffeur”, lacht Brouwers. “Hij reed meer op drie wielen dan op vier. Alleen maar om overal bij te komen.”
Tekst en beeld: Jens Kusters