Akkerbouwer Frans Meerse uit Lelystad liet afgelopen jaar zijn Structural-pootmachine uit 1997 reviseren bij Pommeq in Munnekezijl. “Economisch voor mij de beste keuze. Maar er zit ook een verhaal achter de machine. Dat maakte het extra de moeite waard om de machine van top tot teen door de specialisten van Pommeq onder handen te laten nemen”, vertelt Meerse.
Met een snelheid tussen de zes en zeven kilometer per uur gaat akkerbouwer Frans Meerse met de Steyr 4115 met daarachter de type 4R getrokken pootmachine over het perceel. Het zijn de eerste meters die Meerse met de Structural maakt na de grondige revisie die de machine onderging bij Pommeq. Terwijl zijn vader met de woeler en frees het land klaarmaakt en de ruggen vormt, stopt Frans Meerse de Gourmandines in de kleigrond met tussen de vijftien en twintig procent afslibbaarheid. De akkerbouwer teelt zes hectare van deze tafelaardappel. Daarnaast teelt Meerse nog 4,5 hectare tafelaardappelen van een ander ras. In het 32 hectare tellende bouwplan teelt hij daarnaast tarwe, suikerbieten en rode uien.
Machine in het werk helpen
Achter de met ruim anderhalve ton gevulde Structural loopt monteur Merijn van der Zee van Pommeq. Hij houdt de machine nauwlettend in de gaten. Af en toe stopt Meerse even om zelf het resultaat te bekijken en samen met Van der Zee de machine nog wat verder af te stellen. “Bij een gereviseerde machine komen we altijd even helpen om hem in het werk te stellen. Dat is makkelijker dan telers telefonisch te moeten helpen”, legt Van der Zee uit.
Revisie beste optie
Met de Structural lukte het Meerse altijd goed om zijn 10,5 hectare aardappelen de grond in te krijgen. “Het is een machine die prima werk levert en goed op het bedrijf past. Hij doet alles wat nodig is. Het snarenbed maakt hem voor mij ideaal. Zo kan ik er namelijk ook goed grote pootaardappelen mee poten. Met een bekerpootmachine lukt dat minder. Ik werk graag met grove poters vanwege een betere opkomst en een groter tal”, vertelt de teler. Toch had hij het idee dat hij een keer iets ‘moest’ op het gebied van poten. “De Structural is een prima machine, maar hij begon een beetje te kraken en te piepen. Zo af en toe sloeg een tandwiel een tand over. Er werd wel eens een poter gemist. Verder pootte hij prima. Maar hoe langer je ermee doorgaat, hoe groter de kans dat er een keer storingen optreden. En dat kan ik niet gebruiken. Bedrijfszekerheid is belangrijk. Ik werk ook buiten de deur en op de momenten dat ik gelegenheid heb om te poten én het weer is ernaar, dan wil ik niet stil komen te staan door technische problemen.”

Meerse liet voor zichzelf verschillende opties de revue passeren. “Ik zou een nieuwe machine kunnen kopen, maar dan praat je al snel over een investering van een ton. Een tweedehands kost minder, maar is op sommige punten ook aan slijtage onderhevig. Dan zit je ook zo aan een revisie. Poten uitbesteden in loonwerk doe ik liever niet. Ik houd het poten graag in eigen hand, zodat de aardappelen op het voor mij optimale moment de grond in gaan. In het voorjaar is namelijk iedereen tegelijkertijd druk.”
Alles overwegende besloot Meerse de pootmachine middels een grondige revisie weer klaar te laten maken voor de komende jaren. “Ik las een artikel over wat Pommeq allemaal kan op dat gebied en zag kansen. Ik heb contact met hen opgenomen en vorig jaar juni is de machine naar Pommeq toegegaan. Dit voorjaar kwam hij weer terug en hij kan er nu weer jaren tegenaan. Alle belangrijke onderdelen zijn vernieuwd. Het is een machine met een oude buitenkant, maar met een nieuw hart.”
Meerse geeft toe dat hij de Structural niet alleen heeft laten reviseren om functionele redenen. “Voor mij hoort er ook een stukje nostalgie bij. Mijn vader heeft deze Structural ooit nieuw gekocht. Na een paar jaar is de machine verkocht en kwam in het bezit van onze buren. Toen ik de kans kreeg, heb ik hem weer teruggekocht. De machine is weer thuis.”

Bijna alles wat draait vervangen
Van der Zee vertelt dat bij de Structural van Meerse bijna alles wat draait is vervangen. Tachtig procent van de lagers is nieuw. Tandwielen en assen zijn vervangen door nieuwe. De snaren zijn vervangen door eindloze snaren, voor een zo lang mogelijke levensduur. De poulies, waar de snaren omheen lopen, zijn vervangen door exemplaren van nog betere kwaliteit. Veel elektronica is nieuw. In plaats van twee camera’s, die alleen achter keken, heeft de Structural er nu vier: vanuit de cabine kan Meerse nu voor iedere rug afzonderlijk de toevoer van de knollen in de gaten houden. Ook de pootschijven zijn nieuw. Origineel had de Structural ronde pootschijven, maar deze hebben nu plaatsgemaakt voor gekartelde, zoals die tegenwoordig op nieuwe machines standaard worden bevestigd. “Voordeel van gekartelde schijven is dat ze de groenbemester mooi kapot snijden. In de aardappelen en de tarwe hanteer ik NKG. We leggen het land klaar met de woeler en de frees. Dan kun je soms een stukje groenbemester tegenkomen”, vertelt de akkerbouwer, die heel tevreden is met niet-kerende grondbewerking. “In de aardappelen ondervind ik er geen nadeel van. In de tarwe zelfs alleen maar voordeel. Je houdt achtergebleven aardappelen bovenin de grond, waardoor ze gemakkelijker kapot vriezen.”

“Kan weer dertig jaar mee”
Uiteraard biedt een nieuwe machine meer opties dan de Structural, maar Meerse kan daar prima mee leven. “Nieuwe machines hebben vaak disselbesturing of meesturende wielen. Dat heeft deze machine niet. Dat geeft voor mij niets. Dan maar een beetje extra sturen op de kopakker. Ook mis je ten opzichte van een nieuwere machine misschien een stukje automatisering. Maar aan de andere kant, dat kan ook allemaal stuk gaan. Daar heeft een meer rechttoe rechtaan-machine als deze Structural, die ook nog eens een stuk lichter is dan nieuwere modellen, niet zo snel last van”, vertelt de teler, wiens machinepark verder grotendeels uit heel modern materiaal bestaat. “Ik vind het zonde om zo’n machine weg te doen, als hij na een revisie nog weer jaren mee kan.”
Dat laatste vindt ook Merijn van der Zee van Pommeq. Hij stelt dat de Structural nu weer dertig jaar mee kan en dat Frans Meerse er de rest van zijn carrière mee kan poten. En dat volgens hem voor nog geen duizend euro per jaar. “Revisie kost minder dan de helft van de een nieuwe machine. Terwijl eigenlijk alle belangrijke onderdelen vernieuwd zijn.”

Steeds nieuwere machines vinden de weg naar Pommeq
Met een snarenbedmachine kun je veel. Dat is één van de redenen dat veel telers en loonwerkers er gebruik van maken. Dat ziet ook Beeno Oldenhuis, eigenaar van Pommeq, gespecialiseerd in de verkoop van nieuwe machines, maar ook in de revisie en reparaties van allerhande machines voor de aardappel- en uienteelt. “Vroeger waren de snarenbedmachines populair, omdat ze geschikt waren voor poten met voorgekiemd pootgoed. Later werden ze vooral gekocht, omdat je er makkelijk ongesorteerd pootgoed mee kon poten en vanwege de relatief hoge werksnelheid die mogelijk was”, vertelt Oldenhuis.
Nadeel van een snarenbedmachine is dat ze relatief duur in aanschaf zijn. Bovendien zijn nieuwe machines zwaar. Niet iedere akkerbouwer wil die gewichten op het land hebben. “Een nieuwe getrokken snarenbedmachine weegt wel twee keer zoveel als de Structural van Frans Meerse”, vertelt Oldenhuis. De ‘oudjes’ zijn dan ook populair. Tot 2000 waren de Structurals oranje. Vanaf 2000 werd de groene PM-serie gemaakt. Vanaf 2024 de rode MS-serie. Oldenhuis ziet nu meer en meer de PM-serie de werkplaats binnenkomen voor revisie. “Die zijn zwaarder dan de oranje Structurals, maar nog altijd veel lichter dan de MS-serie. Gebruikers laten ze dan ook graag reviseren.”
Pommeq helpt Structural-gebruikers niet alleen met ondersteuning bij ingebruikname op het veld, maar ook op afstand. “De pootmachine wordt elk jaar maar kort gebruikt. Dan is het lastig routine te krijgen. Als chauffeurs er niet uitkomen, kunnen ze contact met ons opnemen. We hebben hier alle bedieningspanelen staan en kunnen met behulp van videobellen heel snel en gemakkelijk laten zien wat de chauffeur het beste kan doen. Werkt perfect!”


Tekst en beeld: Gerben Hofman