Bij vlasbedrijf Picavet zit de vlasoogst er voor 2025 weer op. De afgelopen twee maanden werd er geoogst, geroot en geperst. De komende tijd volgt de verdere verwerking op het bedrijf. Bij het oogstproces komt er heel wat specifieke mechanisatie, productkennis en ervaring kijken. Akkerbouwkrant volgde het bedrijf een zomer lang.
Thomas Picavet is al de vierde generatie van het vlasbedrijf uit Olsene. Het bedrijf huurt voornamelijk percelen in en rond het Vlaams-Brabantse Hoegaarden. “In totaal bewerken we ongeveer 700 hectare. Voor vlas is de ideale rotatie zeven jaar, maar we zitten nu op vier tot vijf, omdat het moeilijk is de juiste percelen te vinden. Dat is jammer, want de vlasteelt is absoluut niet belastend voor de bodem. Vlas is immers een rustgewas dat weinig bemesting vraagt – enkel kunstmest – en het wortelt goed. Wanneer het na de oogst op de grond ligt, en het begint te roten, is het vocht ook goed voor de bodem. Ook wordt de grond niet kapot gereden, omdat de gebruikte machines significant lichter zijn. Bovendien kom je enkel op het perceel wanneer het droog is, want wij kunnen niet persen als het nat is.”

“Het zaaien besteden we uit aan loonwerkers uit de buurt. Idem voor het spuiten. We hebben wel twintig loonwerkers die dit voor ons doen, want als het nodig is, moet je het hele areaal in een heel kort tijdsbestek kunnen afwerken. Dit jaar pasten we een herbicide vooropkomst toe, en na een groei van vijf à tien centimeter deden we in sommige gevallen een correctie. Insecticiden waren dit jaar niet veel nodig, en bij de fungiciden ligt de klemtoon op het gezond houden van de plant. Want het weer is grilliger, en dus zien we meer stress in de plant.”
Wintervlas spreidt werk en risico
“De oogstperiode is heel intens, met soms dagen van zestien uur en langer. Juli en augustus zijn de topmaanden. Door het toevoegen van wintervlas start de oogst een maand vroeger, maar het zorgt voor meer spreiding qua werk en vooral qua risico. Vooral droge voorjaren zijn gevaarlijk, want vlas staat maar honderd dagen op het veld, waarvan 65 groeidagen.”
Voor de oogst beschikt Picavet over verschillende machines. De meest recente is een Hyler die twee jaar geleden werd aangekocht, en deze bevalt goed. Eerst rijdt Picavet een aantal keren rond het perceel, en daarna neemt hij een rechte als referentie. De snelheid bij het oogsten ligt tussen de achttien en twintig kilometer per uur. Er is een zekere snelheid nodig om het vlas mooi af te leggen. Picavet vertelt dat het enige waar je op moet letten, is dat het product niet gaat stroppen. “Maar dat komt zelden voor. En je moet zorgen dat je het vlas zo aflegt dat er voldoende ruimte is voor het keren ervan.
Een goede oogst is eigenlijk de basis voor het eindproduct. Ik zie het liefst dat het vlas bij het oogsten nog een beetje groen is, maar dat heb je niet altijd in de hand, want bij hitte kan het heel snel gaan. De ideale lengte is 85 tot 90 centimeter. Nu is het eerder 75 centimeter, maar voor dit weer ben ik daar tevreden mee.”
“Het hele proces zelf in handen”
De overige oogstmachines zijn van het merk Depoortere. Dit zijn zowel machines met als zonder cabine. Het omschakelen van het ene merk naar het andere merk is niet evident, vandaar dat Picavet altijd zelf rijdt met de Hyler. “De cabine is wel dezelfde, maar alle functies zijn anders. Het voordeel van de Hyler is dat deze ook gebruikt kan worden voor het recupereren van het zaad. Dan moet de coupe eraf en kan je het zaad oprapen en reinigen met een extra unit. Er is vraag naar zaad voor ongeveer 200.000 hectare in België, Nederland en Frankrijk, en het aanbod zal wellicht te klein zijn. Daarom hebben we besloten om dat hele proces zelf in handen te nemen. Zaad dat over is, kunnen we verhandelen. De Hyler kan trouwens ook hennep oogsten, maar daar houden wij ons niet mee bezig.”

Afhankelijk van vakantiekrachten
Na het oogsten, moet het vlas roten. Dat is het proces waardoor vezels makkelijker los raken van de stengel. Het vlas blijft dan voor een periode liggen op het veld. Voor dit proces zijn regenwater en dauw belangrijk. Keren gebeurt één of twee keer, afhankelijk van het weer. “Als het veel regent, volstaat één keer; als het te droog is, wordt er een tweede keer gekeerd. Wij monitoren voortdurend de kwaliteit van het product om te bepalen wanneer we kunnen gaan persen.”
“Een bijkomende factor is dat vanaf 15 augustus de dagen korter worden. We moeten 700 hectare bewerken en dan is er te weinig tijd, vooral omdat de vakantiekrachten dan stoppen en we geen chauffeurs meer hebben. We persen van ‘s morgens tot ’s avonds en als we met zes persen werken, realiseren we soms zelfs bijna 2.000 balen op een dag. Die moeten ook allemaal getransporteerd worden naar de schuur. Het verzamelen en laden van de balen gebeurt met een verreiker die vier balen in een keer kan opnemen.”

Drie record-balentransportwagens
Om het transport beter te organiseren, schafte Picavet de afgelopen jaren drie identieke Record-balentransportwagens met hydraulische klemming en hefmast aan. “In de piekperiode persen wij tussen de 1.000 en 2.000 balen per dag die over een afstand van maximaal tien kilometer moeten worden vervoerd. We verloren heel veel tijd met het vast- en terug losmaken van de linten om onze lading te zekeren. Met de nieuwe wagens doen we nu drie ritten, waar we er vroeger twee deden.”
“Voorheen plaatsten we tweemaal acht rijen op een wagen en dat drie lagen hoog. Dat betekende acht keer een lint gooien en aan beide kanten aanspannen. Ons piekseizoen ligt in juli en augustus, dus meestal is het dan ook nog eens erg warm. Als de lading vast zat, reed je naar de schuur– dat is meestal maar tien minuten rijden – en dan mocht je weer al die linten losmaken en oprollen, voordat je kon beginnen met lossen.
Nu kom je aan op het veld, laat je het klemsysteem naar beneden en je kunt meteen laden. Als dat klaar is, doe je het klemsysteem omhoog en je kunt vertrekken. Het klemsysteem pakt altijd de bovenste rij vast en klemt op die manier de andere lagen. In de schuur laat je het weer naar beneden en je kan beginnen met lossen. Het komt erop neer dat je bij een ronde van 45 minuten een kwartier wint.”

Beroep doen op loonwerkers
Fabrikant Record ontwikkelde deze wagens mede op vraag van Picavet. Het systeem vervangt de linten volledig en is voor België gehomologeerd voor traag vervoer. Drie jaar geleden kwam de eerste wagen op het bedrijf, een jaar later de tweede en in 2024 kwam de derde er. “Zelf hebben we één trekker”, aldus Thomas Picavet. “Daarnaast vragen we loonwerkers om met hun trekker en onze wagens te komen helpen. Het zijn alle drie getrokken wagens van het type PLW 10/3. Dit betekent een plateaulengte van tien meter, een tandemas en een enkele vooras vooraan. Aankoppelen kan heel snel, en je hebt enkel perslucht voor de remmen en hydrauliek nodig.”
“Vroeger schakelden we transportfirma’s in om het vlas van het veld direct naar huis te brengen. Maar tegenwoordig is het veel moeilijker om transportfirma’s te vinden op het moment dat je ze nodig hebt. Door de regels rond de tachograaf kunnen ze ook minder ritten per dag doen. We kregen ons vlas dus niet meer snel genoeg in de droge schuur. Met dit systeem kunnen we minder balen meenemen – nog maar 42 per keer – maar we brengen ze snel naar onze schuur op locatie en gedurende het jaar vervoeren we ze dan rustig naar het bedrijf.”
“Klemsysteem is makkelijk te bedienen”
“Het klemsysteem is makkelijk te bedienen. Je moet eerst in de trekker de ventielen vrijgeven, en dan naar de wagen lopen om het klemsysteem te openen. Daarvoor zijn er drie hendels op de wagen die bewust buiten de tractor zijn gehouden. Eén hendel dient om de hefmast van het systeem naar boven en naar beneden te brengen en de andere twee om het klemsysteem aan iedere kant afzonderlijk naar boven of naar beneden te kantelen. Record stelde voor om dat buiten de trekker te installeren uit veiligheid. Je kunt dan immers nooit per ongeluk het systeem openen op de weg. Omdat de hendels aan de voorzijde van de wagen staan, hoef je ook niet meer onder de lading te staan, dus als er eens iets mis zou gaan, sta je op een veilige plaats. Bovendien is het veel ergonomischer dan het werken met linten.”
“Wanneer de vlasbalen zich in de schuur bevinden, is de druk van de ketel. Vanaf dan kunnen we ze rustig transporteren voor verwerking op ons bedrijf. Daar gaat het vlas in de zwingellijn. Zwingelen is het breken van de stengel door rollen, met brede tandwielen, maar waarbij de vezels intact blijven. In trommels wordt de houtige kern afgeschraapt en het resultaat is dan een mooie vezel.”

Tekst en beeld: Seppe Deckx