Agriplant ontwikkelt machines om automatisch trayplanten van gewassen te planten. Dit kunnen alle soorten kool, spruitjes, selderij, venkel, uien, prei, tomaten of kruiden zijn. Tom de Rudder van Agriplant vertelt ons meer over de bijzonderheden van de nieuwe 4 SP-N, terwijl de machine bezig is met het verplanten van knolselderij door Miedevia.
Traditioneel is het planten van gewassen een activiteit waarbij medewerkers aanwezig moeten zijn op de machine om deze handmatig te vullen met de trayplanten. Dit vereist veel personeel, vaak één persoon per rij. Bovendien beperkt dit de rijsnelheid en dus de werksnelheid. Momenteel biedt het merk vijftien verschillende modellen aan en werken er in totaal ongeveer 180 Agriplanters wereldwijd.
“De eerste machine was een enkelrijige. We hebben in de loop der jaren onze machines verbeterd door vooral de robots en de software te optimaliseren”, legt Tom de Rudder van Agriplant uit. “Onze machines worden wereldwijd het meest gebruikt voor het planten van industrietomaten en koolsoorten, met name in Italië, Portugal, Spanje, Canada en de VS.”
Agriplanter 4 SP-N
Twee jaar geleden lanceerde dit Belgische bedrijf de Agriplanter 4 SP-N. Deze geautomatiseerde plantmachine kenmerkt zich door de mogelijkheid om vier rijen te planten met een tussenafstand van 32 tot 70 centimeter. “De N staat voor narrow, wat smal betekent, dit om vier rijen dicht op elkaar te kunnen planten”, verklaart De Rudder.

De eerste Belgische machine van dit model is sinds dit voorjaar actief bij Miedevia in Kortrijk. Dit bedrijf heeft de machine al gebruikt voor het planten van uien en knolselderij. “Het verplanten van uien is een eerste test. De machine is uitgerust met vier rijen met een tussenafstand van 50 centimeter, een gestuurde dissel en verplaatsbare achteras. Hierdoor gaan we de tweede keer voor een verschuiving van 25 centimeter, waarbij door een heen-en-weer beweging acht rijen met uien kunnen zijn geplant.
“We winnen twee weken groei”
Door de uien te verplanten winnen we twee weken groei, is er minder verlies bij opkomst en zijn er minder gaten in de teelt. De planten benutten dus beter de ruimte en de middelen.” Michiel en Edward Vercruysse, de zaakvoerders van Miedevia, zijn tevreden met deze techniek. Ze zetten deze machine in voor het planten van trayplanten op meer dan 200 hectare per jaar. Daarnaast telen ze allerlei soorten groenten en verschillende akkerbouwgewassen.

Eén enkele handeling
In de praktijk bevinden de planten zich in plastic trays. Afhankelijk van de grootte bevat iedere cel meerdere plantjes. “Er bestaan honderd verschillende soorten trays, gemaakt van hard plastic of piepschuim. Voor ons is standaardisatie dus essentieel om mechanisatie mogelijk te maken. We hebben overlegd met de belangrijkste producenten van trays en plantenkwekers om het aantal gebruikte modellen van trays te verminderen”, vertelt De Rudder.
Bij de automatische plantmachine plaatst één persoon deze trays op de vier invoerbanden van de plantmachine en neemt de lege trays terug. Er is één band per rij. “Dit is de enige handeling die nog handmatig moet zijn uitgevoerd. In vergelijking met klassieke machines is het voordeel dat één persoon voldoende is voor vier rijen. Sommige gebruikers vragen om ook deze stap volledig te robotiseren. Maar in de praktijk is dit momenteel nog te duur, en dus niet rendabel. Bovendien blijft het belangrijk dat er altijd iemand op de machine is om het werk te controleren.”

Volledig automatisch uitgevoerd
De rest van het planten is volledig automatisch uitgevoerd. De robots, die hydraulisch worden aangedreven, halen de planten uit de tray. De planten zijn vervolgens op een band geplaatst. Een sensor controleert of er een plant in ieder kluitje zit. Als er een plantje ontbreekt, dan valt het lege kluitje eruit, en zal de band sneller bewegen, zodat er altijd een plantje op de juiste plaats is geplant en er geen gaten in de rijen ontstaan.

De planten zijn vervolgens naar de plantelementen geleid. Om een goede plantdiepte te garanderen zijn er twee sensoren gebruikt om het chassis altijd op gelijke hoogte met de grond te houden. De Agriplanter 4 SP-N is uitgerust met een sectieuitschakeling van twee keer twee rijen. Ze bestrijken dus secties van een meter breed.
Beperking van bodemverdichting
Om bodemverdichting te beperken rijdt de machine op rupsen. Deze werken met een maximale rijsnelheid van 25 kilometer per uur. Verschillende breedtes van rupsen zijn mogelijk en de achteras is zo ontwikkeld dat de spoorbreedte kan worden aangepast van 2,0 naar 2,5 meter. Voor gebruikers die graag sneller willen rijden kunnen de plantmachines ook zijn uitgerust met banden. De Rudder vertelt: “De Agriplanter biedt meer flexibiliteit en een grotere capaciteit dan een plantmachine met arbeiders. Zo kan de 4 SP-N tot 44.000 planten per uur planten, afhankelijk van de soort groente en plantdichtheid.”

Een Belgisch merk in het veld
“De assemblage van de machines vindt plaats tijdens de winter. We zijn met een team van tien personen en we ontwikkelen en produceren alles intern. Alleen de fabricage van het chassis is uitbesteed. Tijdens het plantseizoen gaat ons team het veld in om de machines aan het werk te zien en verbeterpunten te detecteren voor toekomstige modellen.” Agriplant verkoopt haar plantmachines zelf in België en Nederland. “We zijn actief in een nichemarkt, wat vraagt om specifieke machines, voor verschillende gewassen en akkerbouwbedrijven”, concludeert De Rudder.
Technische kenmerken Agriplanter 4 SP-N
Aantal rijen | 4 |
Afstand tussen dubbele rijen | 50-55 centimeter |
Afstand tussen de rij | 10-60 centimeter |
Spoorbreedte | 200-305 centimeter |
Capaciteit | Tot 44.000 planten per uur (afhankelijk van de soort groente en plantdichtheid) |
Tekst en beeld: Antoine van Houtte