De zoete aardappel, ook wel bataat genoemd, is inmiddels een vertrouwd product in de Nederlandse keuken. Toch komt het merendeel van de consumptie nog uit Zuid-Afrika en Amerika. Al meer dan tien jaar experimenteren telers met de teelt van dit tropische gewas op Nederlandse bodem. Steeds meer pioniers bewijzen dat het mogelijk is: lokaal, duurzaam én economisch rendabel.
Dankzij de groeiende bekendheid wordt de teelt steeds interessanter. De mechanisatie komt op gang en het gewas blijkt verrassend robuust, met weinig behoefte aan gewasbeschermingsmiddelen. De zoete aardappel groeit het best bij droog en warm weer. In Nederland is de teelt mogelijk door de bodem af te dekken met biologisch afbreekbaar zwart folie. Dit zorgt voor een snelle opwarming van de grond en helpt bovendien tegen onkruid. Omdat de wortels niet van natte grond houden, is een goed doorlatende bodem zonder verdichte lagen essentieel.
Kwetsbaar gewas vraagt om maatwerk
Niet alleen het klimaat maakt de teelt uitdagend. De zoete aardappel is een kwetsbaar gewas: de dunne schil scheurt snel, waardoor het niet met een standaardrooier geoogst kan worden. Goede mechanisatie is nog beperkt beschikbaar, maar sommige telers ontwikkelen hun eigen machines.
Warmtebehandeling na de oogst
Na de oogst ondergaan de knollen een warmtebehandeling van vijf dagen in een speciaal ingerichte bewaarcel. De temperatuur stijgt van 15 naar 29 graden Celsius, waardoor enzymen het rijpingsproces voltooien en de smaak verbetert. Ook worden scheurtjes in de schil geheeld en wordt de schil dikker, wat de houdbaarheid ten goede komt. De behandeling is energiezuinig: met een kachel en luchtbevochtiger verwarmt de zoete aardappel zichzelf grotendeels.
Bron: Groen Kennisnet
Beeld: Jonathan Einwechter