Humusvorming is een samenspel tussen het bodemleven, het gewas en de bodem. Continu wordt organisch materiaal opgebouwd en afgebroken. Dit dynamische proces zit echter veel ingewikkelder in elkaar dan we op voorhand dachten. Tijdens de Expertdag Bodem van DSV zaden in Ven-Zelderheide, werden we meegenomen in de humuswereld, en kregen we uitgelegd hoe de juiste groenbemester hieraan kan bijdragen.
Humus wordt volgens de klassieke theorie omschreven als verteerde resten van planten en dieren. Deze voedingsrijke structuur vormt een belangrijk onderdeel van organische stof in de bodem, en is verantwoordelijk voor het vasthouden van water en het luchtig houden van de bodem. Daarnaast vormt het een geschikt leefgebied voor micro-organismen in de bodem, die vervolgens voedingsstoffen beschikbaar maken voor de plant.
Humus
De laatste tijd ontstaat er een keldering in de humustheorie. Waar voorheen vooral werd gekeken naar hoeveel humus er in de bodem is, ligt tegenwoordig de focus op wat humus daadwerkelijk is en dóet. “Humus is niet een stugge bodemlaag. Het is een dynamisch systeem in de bodem, dat geen moment van de dag hetzelfde is. Continu wordt humus opgebouwd en afgebroken door het bodemleven”, vertelt Jos Deckers, Sales director bij DSV zaden. “Humus is dan ook veel complexer dan we op voorhand dachten. Het bestaat uit zoveel verschillende stoffen, die elkaar beïnvloeden, dat bodemorganische stof een betere benaming zou zijn dan enkel organische stof. Je kunt deze onderdelen eigenlijk niet los van elkaar zien.”
Daar komt bij dat humus en bodemaggregaten één op één met elkaar verbonden zijn. Humus levert een positieve bijdrage aan de vorming van bodemaggregaten, die op hun beurt de bodem gezond en vruchtbaar houden.
Nutriëntenkringloop
De functie van humus is om voedingsstoffen over te brengen van de plant naar de bodem, en vice versa. “In deze zogenoemde nutriëntenkringloop wordt de energie van het ene naar het andere station overgebracht”, legt Deckers uit. “Belangrijke stoffen in deze kringloop zijn wortelexsudaten, die worden uitgescheiden door het wortelstelsel. Deze stoffen zijn voeding voor het bodemleven, en zijn ook communicatiestoffen. Op deze manier maakt het bodemleven de stoffen vrij, waar de plant op dat moment behoefte aan heeft.”
Een ander bodemproces is de koolstofkringloop. “Deze kringloop komt erop neer dat de bodem koolstof bevat in verschillende vormen, wat in de bodem ligt opgeslagen. Een deel hiervan wordt continu geboetseerd door het bodemleven, onder andere door de aansturing uit wortelexsudaten. Dit is de actieve koolstofkringloop, terwijl een ander gedeelte van de koolstof stabiel ligt opgeslagen.” Voor de akkerbouw is met name de actieve koolstofkringloop van belang. Door goed voor het bodemleven, de bodem én het gewas te zorgen, worden de juiste signaalstoffen en nutriënten afgegeven.
De stabiele koolstofkringloop is met name interessant voor de vastlegging van koolstof, wat ten goede zou komen voor het klimaat. Koolstof, wat voor langere tijd in de bodem ligt opgeslagen, zal immers niet vervliegen naar de atmosfeer. Dit zou klimaatopwarming tegen kunnen gaan en sluit dan ook aan bij de term koolstofcredits, waarbij akkerbouwers worden beloond voor een meerjarige investering in koolstofvastlegging in de bodem. Deze brede blik op de bodem heeft directe gevolgen voor bemesting, grondbewerking en vruchtwisseling op een agrarisch bedrijf.
Klimaat
Aan de andere kant kan klimaatopwarming druk leggen op het bodemleven. “Het goede nieuws is dat we dankzij hogere temperaturen een langer groeiseizoen tot ons beschikking hebben. Hierdoor kan er meer biomassa worden gevormd tijdens het groeiseizoen, maar ook door groenbemesters tijdens de winter. De keerzijde is dat bij hogere temperaturen ook sneller mineralisatie optreedt van humus, wat kans geeft op verlies van koolstof. Ook zorgen te hoge temperaturen ervoor dat het bodemleven stilvalt en er minder bodemaggregaten worden gevormd.”
Deckers laat een video zien van zijn Duitse collega, die gedurende de zomer in een aardappelperceel staat. Het is een warme dag. Onder het loof heeft de bodem een temperatuur van 23 graden Celsius, een prima temperatuur. Op stukken waar de grond niet bedekt is, tussen de aardappelruggen, loopt de temperatuur al gauw op naar vijftig graden Celsius. “Met zo’n hoge temperatuur valt het bodemleven volledig stil. Dat zul je in de toekomst steeds vaker gaan zien, maar je kunt dit ook voorkomen.”
Onderzaai
Deckers verwijst naar de kansen van groenbemesters. De afgelopen jaren hebben groenbemesters namelijk een vlucht genomen in bouwplannen, maar ook gedurende het teeltseizoen kan dit worden ingezaaid. Denk hierbij aan onderzaai, bijzaai of in mengteelten.
“Groenbemesters zorgen voor biomassa in de bodem, en kunnen bijdragen aan het vrijkomen van de juiste voedingsstoffen voor het hoofdgewas”, vertelt Deckers. “Het doel is om ‘the good guys’ in de bodem te vinden, te onderzoeken en te helpen met een geschikte leefomgeving. Dit zorgt ervoor dat
‘the bad guys’, bodemziekten en plagen, minder de kans krijgen.”
Ook deelt Deckers een recent onderzoek, waaruit blijkt dat de samenstelling van het bodemleven zelfs doorwerkt op de darmgezondheid van de consument. De stoffen die het bodemleven vormt, worden namelijk opgenomen door het gewas en beïnvloeden vervolgens de darmflora van de consument. “Dit is natuurlijk nog een vrij nieuwe visie, maar het geeft wel aan hoe ver een gebalanceerd en gezond bodemleven doorwerkt”, aldus Deckers.
In de praktijk
Op het demoveld steekt Roy Kuenen, Productmanager bij DSV zaden, verschillende groenbemesters uit. Dit brengt de theorie daadwerkelijk tot leven. “De rhizosfeer is als het ware de hotspot van het bodemleven. Micro-organismen zijn hier in de grootste aantallen aanwezig én het meest actief. Dit is dan ook de plek waar wortelexsudaten het best tot hun recht komen.”

Met behulp van een combinatie van agar en een kleurstof, die de pH in de rhizosfeer kleurt, worden de wortelexsudaten met het blote oog zichtbaar (zie foto hieronder).

Groenbemesters
Vervolgens krijgen we een rondleiding langs de verschillende demovelden, waar groenbemester(mengsels) zijn ingezaaid. Ook dit jaar heeft DSV zaden wijzigingen doorgevoerd in sommige mengsels. Zo is de Melenka-veldboon voortaan opgenomen in de TerraLife® mengsels. Deze plant heeft een sterke penwortel met een grote diameter, die tot ongeveer dertig centimeter diep wortelt. Daarnaast ontwikkelt het wortelstelsel zich sterk in een horizontale richting, wat ten gunste komt voor de bodemstructuur.
Kijkend naar de samenstelling van mengsels kan een directe link worden gelegd met humusvorming. “Iedere groenbemester vormt andere stoffen en heeft hierdoor een andere invloed op de bodem”, vervolgt Deckers. “Kijk daarom naar het hoofddoel van je groenbemester, in combinatie met het hoofdgewas. Last van aaltjes? Kies dan voor een monocultuur. In andere gevallen kan een mengsel interessant zijn om voor extra biodiversiteit te zorgen en het bodemleven te ondersteunen.”
Bodemexperts
Inmiddels zijn groenbemester een vast onderdeel geworden van veel bouwplannen. Toch kan er met de keuze van de juiste groenbemester, in monocultuur of als mengsel, nog veel winst worden behaald. DSV zaden heeft in ieder geval tijdens deze bijeenkomst heel wat nieuwe ‘bodemexperts’ opgeleid, met kennis over de synergie tussen het bodemleven, het gewas en de bodem.
Tekst: Kim Sjoers
Beeld: Kim Sjoers, DSV zaden en Roy Kuenen




