Als het om de uienteelt gaat, zit capaciteit ook in de breedte. Dat weten ze bij akkerbouwbedrijf De Jonge uit Zeewolde maar al te goed. Ruim twee jaar geleden besloot dit bedrijf om zaaiuien op bedden van drie meter te gaan telen. Dit vraagt ook om de juiste rooimachines. WeeversNieuwstad liet ze daarom kennismaken met de Tormac TDI300 schijvenrooier, ontwikkeld door Mijno van Dijk Mechanisatie BV. Dit jaar is deze frontrooier productieklaar.
Schijvenrooiers hebben als groot voordeel dat er vriendelijk met het oogstproduct wordt omgegaan, maar er wel voldoende capaciteit behouden blijft. Niels Eriks van WeeversNieuwstad legt de techniek van deze frontrooier uit: “Het grootste gedeelte van het rooien vindt bij deze combinatie plaats aan de voorzijde van de trekker. De klapper is aan de voorkant van het frame gepositioneerd. De messen staan op een rijtje, in plaats van dat ze verspringen, en snijden rakelings langs elkaar heen. Vervolgens zijn de holle schijven aan de beurt, die ieder een rijtje oprooien en afzonderlijk hydraulisch worden aangedreven door een hydromotor.
De schijven zijn zo geplaatst, dat de buitenste drie rijtjes naar binnen worden gerooid. De uien komen dus in het midden te liggen, waardoor je met bredere banden kunt rijden. Daarachter kun je een normale asrooier plaatsen voor het losschudden van de uien, zodat eventuele kluiten eruit vallen en de uien op zwad worden neergelegd.”
Zware kleigrond is geen probleem
Op zware kleigrond, zoals in de Flevopolder, kan het een uitdaging zijn om door de harde bodem heen te snijden. Dit gaat ten koste van je rijsnelheid, en dus capaciteit. De holle schijven snijden hier echter moeiteloos doorheen, zonder dat er schade aan de uien optreedt. Eriks vertelt: “Bij een asrooier kan het nog wel eens zo zijn dat je een tikje geeft aan de uien, wanneer je op hogere snelheid gaat rijden, of de omstandigheden net niet optimaal zijn. Dat zie je niet meteen wanneer het product op zwad ligt, maar later op de bult heb je wel meer tarra.”
Capaciteit in de breedte
Toen akkerbouwbedrijf De Jonge twee jaar geleden van start ging met het telen van uien op bedden van drie meter, bleek al snel dat frontrooiers vaak een hoog gewicht hebben. Deze machine weegt echter tussen de 1.600 en 1.900 kilogram. Afhankelijk van de gekozen opties is dus een lichte trekker van 160 pk, bijvoorbeeld een viercilinder, voldoende. Er kan met een rijsnelheid van drie tot zes kilometer per uur worden gewerkt. Deze akkerbouwer teelt uien op elf rijtjes, maar het rooien van tien rijtjes of bedden op 2,25 meter is ook mogelijk. Ook kan deze machine voor andere teelten, zoals rode bieten, worden ingezet.
“De afgelopen jaren hebben we nog het nodige gefinetuned aan deze machine”, aldus Eriks. “Zo is er een kleine cilinder geplaatst op de voorste loopwielen, waarmee de rooier kan zijn bijgestuurd vanuit de cabine. Voor de echte techneuten zou hier in de toekomst GPS op kunnen zijn gezet, maar er kan nu ook al met de trekker op GPS zijn gereden.”
Dit jaar is de Tormac-schijvenrooier productieklaar. Verschillende andere akkerbouwers hebben al interesse getoond in de machine, en er al zijn twee andere machines verkocht.
Tekst: Kim Sjoers
Beeld: Niels Eriks
