Zoveel mogelijk mooie aardappelen oogsten in de goede maatsortering, dat is uiteindelijk het speerpunt van veel pootgoedtelers. Laten dat nou net de voordelen zijn die druppelirrigatie en fertigatie teweeg kunnen brengen. Toch zien we in de praktijk dat nog niet veel pootgoedtelers deze stap zetten. In deze editie van de Akkerbouwkrant worden de plussen en minnen op een rijtje gezet. “Onderaan de streep kost het ongeveer evenveel uren, maar tijdens het seizoen word je ontlast.”
Tijdens een ronde door agrarisch gebied duiken her en der percelen met druppelirrigatie en fertigatie op. Toch valt het op dat in de meeste gevallen dergelijke systemen zijn aangelegd op percelen met uien, terwijl andere gewassen, zoals mais, asperge, prei en aardappelen zich ook goed hiervoor dienen. Om meer te weten te komen over de kansen van druppelirrigatie en fertigatie in de pootgoedteelt, klopte de redactie aan bij een fabrikant van irrigatiesystemen, Netafim.
Pootgoedteelt
“Druppelirrigatie en fertigatie zijn zeker mogelijk in de aardappelteelt”, vertelt André van Spengen, Open Field Specialist bij Netafim. “Wel is het uitdagender om direct meer tonnen te krijgen dan wanneer je deze systemen toepast in de uienteelt. Aan de andere kant, met kleine aanpassingen kun je al snel een hoger knolaantal, meer uniformiteit en betere kwaliteit van je product krijgen. En dat zijn uiteindelijk de factoren waar je voor wordt betaald in de pootgoedteelt.” Door een druppelslang bovenin een aardappelrug te laten lopen, kunnen water en meststoffen tot op de milliliter nauwkeurig zijn toegediend, wat bijdraagt aan de groei en opbrengst van een gewas.

Daarnaast is in de praktijk vaak gezien dat er een verkorting van de teelt optreedt, doordat de vertroetelde aardappelplanten eerder afrijpen. In dat opzicht is druppelirrigatie in de pootgoedteelt dus vergelijkbaar met de uienteelt. Extra kansen zitten in het werken met ruggen, waarbij de bodem effectief kan zijn gekoeld in warmere periodes. Doordat de bodem vochtig blijft, kan het gewas door blijven groeien en is er een lagere kans op ziektes als schurft.
Meststoffen in fertigatie
Met meststoffen in fertigatie kan dezelfde truc zijn uitgehaald. Door je gewas te voeden aan de hand van de veranderende behoeftes gedurende een teeltseizoen, zijn voedingsstoffen efficiënter benut en treedt er minder uitspoeling op. “Wel is dit nog een stapje extra. Wij adviseren telers daarom om eerst enkele jaren ervaring op te doen met druppelirrigatie, voordat ze fertigatie erbij pakken. Dan heb je rustig de tijd om te leren en kun je het in één keer goed doen”, aldus Van Spengen.
Irrigatie overzicht
De juiste watergift is afhankelijk van het weer en het groeistadium van de plant. Van Spengen verwijst naar een uitgebreid irrigatie overzicht voor aardappelplanten. Twee factoren spelen hierin een belangrijke rol: de standaard gewasverdamping en het percentage water dat door aardappelplanten uit de bodem kan zijn onttrokken. Beide waarden fluctueren gedurende het teeltseizoen.
De knolzetting is een belangrijke periode. “Normaal gesproken kunnen aardappelen dertig procent water onttrekken uit de bodem en in deze periode is dit slechts twintig procent. Je loopt dan al snel vocht mis. Daar komt bij dat de verdampingscoëfficiënt in deze periode nog eens extra hoog kan zijn door de weersomstandigheden.” Met druppelirrigatie kan hier gemakkelijk op zijn bijgestuurd, waarbij het water direct op de juiste plek, bij het wortelstelsel, terecht komt. In de praktijk betekent dit vaak dat telers eerder aan de slag gaan met irrigatie om uitdroging te voorkomen. “Zie het als een gedekte tafel. Als er minder borden staan, kunnen er ook minder gasten komen eten. Dus als er meer water beschikbaar is voor de aardappelplant, dan kunnen er ook meer knollen zijn gevormd.”
Passende rekensom
Een passende rekensom voor de irrigatieduur, -intervallen en het benodigde aantal milliliters is gedurende het seizoen opgesteld. “Vaak hoor ik in de praktijk bij haspelirrigatie ‘De verdamping is ongeveer vijf millimeter per dag. Met een week wil ik terug komen, dus ik irrigeer 35 millimeter.’ Maar met deze rekensom vergeet je, dat de bodem vaak maar 25 millimeter kan vasthouden. De overige tien millimeter is voor niets geweest en dat is eigenlijk zonde.
Met druppelirrigatie ga je anders te werk.” Hierbij is er gerekend met een kegelvorm in de rug van ongeveer veertig centimeter doorsnede, dat geïrrigeerd dient te zijn. Deze kegelvorm, in combinatie met standaard gewasparameters en kennis over de vochtigheidsgraad van de bodem, vormen dan ook een globale route in het irrigatieplan. Met het actuele weerbericht, dat het aantal millimeters regen en de actuele luchtvochtigheidsgraad bevat, is de druppelirrigatiestrategie in pootgoed compleet. Regelmatig controlerondes uitvoeren langs het gewas blijft hierbij belangrijk.

Arbeid en kosten
Het feit dat druppelirrigatie en fertigatie nog niet op extreem grote schaal zijn toegepast zit met name in de benodigde kosten en arbeid. Het irrigatiesysteem dient vlak na het poten te zijn aangelegd en voor de oogst te zijn verwijderd. Dit vraagt om een extra stap in het pootproces, terwijl genoeg andere percelen om aandacht vragen. “Wel is het zo dat de arbeid verschuift in het seizoen. Bij het aanleggen en verwijderen van de druppelslangen vraagt het om meer tijd, maar de rest van het seizoen is het irrigeren slechts één druk op de knop. Onderaan de streep kost het ongeveer evenveel uren, maar tijdens het seizoen word je ontlast.” Een andere kanttekening voor pootgoedtelers is de nodige investering die deze systemen vragen, zowel in leertijd als op financieel vlak.
Van Spengen berekent: “Als we een grove rekensom zouden maken van de kostprijs van een druppelirrigatiesysteem, dan heb je aan de ene kant de eenmalige aanschafkosten van het systeem van circa achthonderd tot duizend euro per hectare. Dit gaat ongeveer tien jaar mee. Hier komt jaarlijks ongeveer achthonderd euro per hectare bij voor de druppelslangen zelf. Vaak levert dit systeem 1.500 tot 2.500 euro meer op per hectare, dus dan heb je het systeem al binnen een jaar terugverdiend.” Het weer is een andere factor, die meespeelt in overwegingen voor de aanschaf van dergelijke irrigatiesystemen. Aan de voorkant van de teelt is immers onbekend in hoeverre irrigatie nodig zal gaan zijn. Van Spengen adviseert dan ook om voor een gedegen rekensom naar vijf tot zes jaar toepassing van druppelirrigatie te kijken, waarbij de verschillen in neerslag en opbrengst over meerdere jaren worden verdeeld.
“Eigenlijk geven druppelirrigatie en fertigatie een stuk oogstgarantie. Of het nu een nat of droog jaar is, je weet dat je een minimumwaarde van je productie kunt halen.”
Van start gaan
Ook in de pootgoedteelt maken druppelirrigatie en fertigatie het dus mogelijk om scherper te sturen op de groeiomstandigheden van het gewas. Voor telers die graag een link willen leggen tussen de oorzaakgevolgrelaties van teeltaanpassingen kan deze aanpak interessant zijn. Maar hoe zet je dan de eerste stap? “Er komt best veel op je af, wanneer je deze systemen het eerste jaar gaat toepassen. Laat je daarom goed informeren, weet waar je aan begint en pak het serieus aan.
Een belangrijk punt hierin is de keuze voor de juiste machines om de druppelslangen aan te leggen. Aanpassingen kunnen gemakkelijk zelf worden gedaan, maar moeten wel goed zijn. Overleg met de leverancier is dan ook aan te raden. Dat iedereen over gaat op druppelirrigatie en fertigatie is overigens een illusie volgens de specialist. “Deze systemen zijn mooie concepten, maar als je het verkeerd toepast, gooi je je investering weg en kun je het beter niet doen.”
Meer ruimte voor knolvorming met M-ruggen
Op zandgrond heeft Netafim proeven uitgevoerd met M-ruggen, waarbij een combinatie van twee ruggen wordt gepoot. Slechts op één van de ruggen wordt een druppelslang aangelegd, wat de helft van het aantal benodigde slangen bespaart. Daarnaast is er meer ruimte in de rug voor de aardappelplant om knollen te maken. Met het juiste machinepark en de juiste grondsoort kan dit een aanvullende mogelijkheid zijn om voordeel te halen uit druppelirrigatie en fertigatie in de pootgoedteelt.
Tekst: Kim Sjoers
Beeld: Netafim