Begin augustus ging de oogstcampagne van witte kool van start. Dit betekent dat het voor de vroege rassen tijd is om geoogst te worden. Na een voorspoedig verlopen groeiseizoen staat het gewas er mooi bij, en het oogstwerk loopt als een zonnetje. Zo ook bij biologisch akkerbouwer Han Kavelaars uit Dronten.
Met een eenrijige oogstmachine van ASA-Lift is akkerbouwer Han Kavelaars aan de slag op een perceel in Dronten. Deze dag gaat er ruim honderd ton het land af. Voor de week erop staan er nog enkele oogstdagen op het programma. “Witte kool wordt direct geleverd aan de fabriek voor de verwerking tot zuurkool”, vertelt de akkerbouwer. “Dit betekent dat we op afroep rooien.” De oogstcampagne van witte kool loopt van augustus tot eind november/begin december. Dit betekent dat witte koolrassen op verschillende momenten klaar zijn voor de oogst. “Vandaag oogsten we een vroeg ras, maar in totaal telen we vijf verschillende rassen, die ieder op een ander moment oogstklaar zijn.”

Witte kool
Witte kool is in april of mei geplant, als plantjes van ongeveer acht tot tien centimeter groot. Dit maakt dat dit gewas aan het begin van het seizoen al een voorsprong heeft op onkruiden, wat met name in de biologische teelt een voordeel is. “Je kunt gemakkelijk tussen de rijen eggen en schoffelen, dat houden we dan wekelijks bij in het begin van het seizoen. Het gewas is dan ook al vrij grof, in tegenstelling tot bijvoorbeeld uien. Vaak gaan we er ook nog één keertje met de hak doorheen. Mechanische onkruidbestrijding is goed te doen in deze teelt. Op een ander perceel zijn we in totaal maar drie keer wezen eggen, en één keer erdoorheen gelopen, dat was voldoende, dus dat valt best mee.” Daarnaast kent dit gewas weinig aantasting door ziekten, en past het goed in het bouwplan.
Past in bouwplan
In 2007 ging Kavelaars van start met de witte koolteelt. “Een collega van mij vroeg of ik nog wat ruimte over had om witte kool te gaan telen. Dat paste mij wel, en zo is het balletje gaan rollen. In de opvolgende jaren zijn we verschillende rassen gaan telen. En ook de relatie met de afnemer is goed, wat natuurlijk heel fijn is.”
Tegenwoordig teelt Kavelaars zo’n elf hectare biologische witte kool, ongeveer een vijfde van zijn areaal. Daarnaast teelt hij aardappelen, uien, penen, conserven, tarwe, haver, en bij voldoende ruimte in het bouwplan pompoenen. “Witte kool past hier mooi tussen”, meent hij. “Vooral met een vroeg ras, zoals dit, kun je daarna nog op tijd een groenbemester inzaaien. Daarnaast is het goed voor de bodemgezondheid.” Op dit perceel zal een mengsel van rogge en gele mosterd worden gezaaid. Aangezien het zaaien van de groenbemester redelijk vroeg kan plaatsvinden, profiteert het ook nog van de mestgift van de voorgaande teelt.

Capaciteit
Dit jaar heeft de witte kool een goed seizoen achter de rug. Kavelaars vertelt: “Begin van het jaar was er hier en daar wat vreterij, misschien iets meer dan andere jaren, maar dat hangt ook wel een beetje af van het moment waarop je plant. De rest van het seizoen groeide het gewas als kool.” Na een paar natte weken is het in augustus al tijd voor de eerste ronde van de oogst, maar ondanks de neerslag verloopt het oogsten soepel.
Komend jaar zal er bij Kavelaars uiteraard opnieuw biologische witte kool worden geteeld. Wel zal de oogst dan waarschijnlijk plaatsvinden met een gemoderniseerde tweerijige oogstmachine, ook van ASA-Lift, die in Oostelijk Flevoland zal gaan draaien. Op deze manier kan de capaciteit zijn vergroot. “Op een dag oogsten we zo’n 1,3 tot 1,4 hectare. Dat klinkt misschien niet veel, maar dat zijn toch zo’n 128 kisten. Je hebt veel tonnen te verslepen, en dat kost tijd.” Daarnaast zullen er met de nieuwe oogstmachine minder rijbewegingen worden gemaakt, wat uiteindelijk ten goede komt aan de bodem.

Tekst: Kim Sjoers
Beeld: Jan Geert Vedelaar