• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

akkerbouwbedrijf.beakkerbouwbedrijf.be

Nieuws voor de vlaamse akkerbouwer

  • Nieuws
  • Machines
  • Duurzaamheid
  • Gewasbescherming
  • Poten & zaaien
  • Oogst
  • Marktprijzen
  • Partners
    • Yara
  • Abonneren & meer
    • Gratis abonnement op de Akkerbouwkrant
    • Uw abonnement op Akkerbouwkrant aanpassen
    • Adverteren
    • Inschrijven nieuwsbrief
    • Contact
  • icon
  • Terre Fermière (FR)

Gefractioneerd bemesten als terugverdienpraktijk

Kunstmeststrooier 23 oktober 2025

Gefractioneerd bemesten als terugverdienpraktijk

B3W, voluit Begeleidingsdienst voor Betere Bodem en Waterkwaliteit, organiseerde een thematisch uitwisselingsmoment rond het bijbemesten met korrelmest en kantstrooien. Op het programma: toelichting op bemesten volgens MAP 7, uitleg over verschillende kantstrooitechnieken en een statische demonstratie van drie kunstmeststrooiers.

Anneleen Broeckaert van B3W opende met de vraag waarom bijbemesten belangrijk is en waarom het een goede techniek is om een goede opbrengst te verkrijgen met een minimale uitspoeling van nutriënten naar het oppervlaktewater.

“Bij het starten van de teelt is het heel moeilijk in te schatten hoeveel je moet bemesten”, zegt Broeckaert. “Hoeveel een teelt nodig heeft, kan je relatief gemakkelijk te weten komen. Weten hoeveel er al in de bodem zit, is moeilijker in te schatten. Maar het is wel belangrijk om te weten hoeveel ‘gratis’ stikstof je hierdoor op een perceel kan verkrijgen.” Factoren hierbij zijn de hoeveelheid organisch koolstof (als die hoger is, levert dat meer ‘gratis’ stikstof), de hoeveelheid stikstof vrijgesteld uit dierlijke mest (stalmest), zowel in het huidige jaar als in het voorgaande jaar, en de vorige teelt, oogstresten en eventueel vanggewas. “Daarnaast spelen ook de weersomstandigheden een cruciale rol. Bij extreem droog weer krijg je een andere mineralisatie dan in een gemiddeld jaar. De gewassen ontwikkelen anders. Het is dus heel moeilijk om in te schatten hoeveel je moet bemesten.”

Norm is niet gelijk aan advies

Een techniek die kan helpen bij deze uitdaging is fractioneren en later bijbemesten via een stikstofmonster en het bijbehorend advies. “Het principe is eenvoudig”, aldus Broeckaert. “Je basisbemesting gaat naar beneden. In aardappelen ga je bijvoorbeeld nog maar zeventig procent bemesten. Later kan je dan op basis van een stikstofmonster nog de resterende dertig procent bijgeven.” De praktijk is echter wel iets complexer dan de theorie, omdat je rekening moet houden met een aantal factoren. “De bemestingsnorm in Vlaanderen is vastgelegd volgens MAP 7. Het gebiedstype speelt een rol en sinds dit jaar is er ook een opsplitsing tussen nitraatgevoelige teelten, zoals aardappelen, en niet-gevoelige teelten, zoals mais en granen. Let bovendien op: je moet wel bemesten op basis van het bindende advies na een stikstofmonster en soms kan dat advies lager zijn dan de norm.”

Terugverdienpraktijken

Toch zijn er ook mechanismen ingebouwd om meer te kunnen bemesten. Een vrijstelling betekent dat je mag bemesten volgens gebiedstype 0. Zo’n vrijstelling krijg je door een bedrijfsevaluatie aan te vragen wat betreft nitraatresidu. “Ook terugverdienpraktijken kunnen de percentages reduceren, waardoor je bijvoorbeeld in gebiedstype 3 in aardappelen twintig procent minder mag bemesten in plaats van dertig procent. Zo’n terugverdienpraktijk moet je aanvinken op de verzamelaanvraag. Eén van de praktijken is bijbemesten met bemestingsadvies. Dit is volledig vrijwillig. Voorwaarden zijn dat je de basisbemesting beperkt tot zeventig procent, dat je daarnaast niet vroeger dan twee weken na zaaien gaat nabemesten, het bemesten moet gebeuren op basis van een monster en het advies bindend is. Stikstofmonsters mogen niet minder dan vier weken na het toedienen van mest worden genomen. Als het droog is, is die periode liever vijf tot zes weken. Ga je te vroeg een monster nemen, dan is de stikstof nog niet genoeg verspreid en krijg je een vertekend beeld.”

Type meststof

“Heb je kleine bijbemestadviezen, onder de veertig kilogram, dan is bladvoeding een goede manier om de volledige stikstofgift aan te vullen. Bij een hoger advies zijn korrelmeststoffen het makkelijkst om de grotere hoeveelheid tijdig te kunnen toedienen aan de plant. Bij droogte gaat het gewas minder groeien en minder voedingsstoffen opnemen met een lagere opbrengst als gevolg. Dat betekent ook dat je ideale bemesting lager gaat liggen. Ook daar biedt fractioneren weer een oplossing voor, al hangt één en ander af van het moment van droogte en van wat nog gaat komen.”

Bij het bijbemesten is er nog een bijkomende regel die zegt dat alles exact moet kloppen op bedrijfsniveau, maar op perceelsniveau mag je tot 125 procent gaan.

Kunstmeststrooiers

Om kunstmest optimaal te gebruiken is een goede afstelling van de strooiers enorm belangrijk. Donald Dekeyser van ILVO vertelt dat er drie soorten kunstmeststrooiers zijn: pneumatische, pendel- en centrifugaalstrooiers. “De pendelstrooier gaat er steeds meer uit, maar werkt wel nog steeds vrij goed. Je moet wel letten op de juiste spoorbreedte. Pneumatische strooiers komen niet zoveel voor. Ze werken op basis van verdeling door lucht. Het zijn hele goede strooiers naar correcte verdeling met een heel goed strooibeeld. Ze zijn echter wel een stuk duurder dan een centrifugaalstrooier. De werkbreedtes zijn vaak ook een stuk kleiner.”

“De belangrijkste categorie is dus die van de centrifugaal- en schijvenstrooiers. Die hebben grote werkbreedtes, zijn relatief simpel qua systeem, en betaalbaar. Kunstmest valt op een bepaalde positie op een schijf. Daarmee gaan fabrikanten spelen om het strooibeeld te beïnvloeden. Je ziet bij de meeste merken twee lange en twee korte schoepen die de mestkorrels weggooien. Die schoepen hebben een grote impact, dus de kwaliteit, oftewel hardheid, van de korrels is belangrijk. De strooier strooit naar beide kanten, maar ook naar achteren, dus daar moet je rekening mee houden bij de start van een perceel. Tegenwoordig wordt het exacte moment van in- en uitschakelen steeds vaker bepaald door de machine.” Waar je bij een pneumatische strooier een mooi afgelijnd strooibeeld hebt in de breedte, moet je bij een centrifugaalstrooier – en zeker bij een pendelstrooier – overlappen om overal een juiste dekking te krijgen.

Kantstrooien

Bij het kantstrooien zijn er grosso modo twee methodes. ‘Kant af’ betekent dat je langs de kant rijdt en vanaf daar naar binnen gaat strooien. Het grote probleem is dat je een werkgang moet doen waar je eigenlijk geen spoor wilt. ‘Kant op’ is dan een alternatief, zodat je naar buiten strooit met een kantstrooisysteem. “Je rijdt dan in het eerste spuitspoor op een halve werkbreedte afstand van de perceelsgrens. Bij het ‘kant op’ werken zijn er vaak twee instellingen: eco en milieu. De eco-instelling gooit de korrels in principe iets te ver, zodat je zeker weten al je gewassen bemest hebt. De milieu-instelling kiest ervoor om iets te weinig naar de kant te strooien, zodat je zeker niets over de perceelsgrens strooit op een ander perceel, een bemestingsvrije zone, een weg of in een waterloop. Theoretisch zou ‘kant af’ hier de beste oplossing zijn.”

“Er bestaan meerdere systemen om het kantstrooien te realiseren. Bij een pendelstrooier is er een kantstrooipijp, zodat je enkel naar de binnenkant strooit. Bij een pendelstrooier en een centrifugaalstrooier heb je meestal ook een schuinstelstand. Een centrifugaalstrooier werkt met kantstrooischoepen. Dit zijn extra schoepen op de schijven, die korter zijn en die het valpunt beïnvloeden, en op die manier anders strooien. Alternatief is de draairichting veranderen, zodat je de andere kant van de schoepen gebruikt. Maar het meest voorkomend zijn lamellenblokken met banen die de richting van de korrels leiden.”

Instellingen van de machine nagaan

“Je kan als gebruiker verliezen beperken door machine, techniek en instellingen goed te overwegen. Ook is het belangrijk om de machine regelmatig op slijtage te controleren, bijvoorbeeld speling op de schijven. Bij de instellingen is de juiste aanbouwhoogte aan de trekker een aandachtspunt. Meestal ligt dat rond de zeventig centimeter. Veel belangrijker is de hoek van de strooier. Zorg dat de topstang niet te kort of te lang is, want dat heeft een grote invloed op de curve van de korrels. Met een hydraulische topstang kan je dat aanpassen, zelfs tijdens het rijden als je hoeveelheid meststof afneemt.”

“Een andere belangrijke factor is het verschil in korrelgrootte door veel op de weg te rijden of door het gebruiken van blends. Dit leidt heel vaak tot een verstoord strooibeeld. Gebruik ook altijd strooitabellen, tegenwoordig vaak via apps. Houd daarbij rekening met het kunstmeststoftype. Doe ook steeds een afdraaiproef. Daarmee ga je kijken hoeveel je per minuut gaat strooien. Dat kan afhangen van de soort meststof, maar ook onder welke omstandigheden die opgeslagen is, bijvoorbeeld onder vochtige omstandigheden. Onderschat tenslotte ook niet het effect van de wind. Fabrikanten houden hier steeds meer rekening mee. Zo heeft Amazone een windsensor en hebben andere merken radarsystemen die continu kunnen bijsturen. Voorlopig hebben deze systemen nog wel een behoorlijk prijskaartje.”

Demonstratie

Drie dealers stelden een machine ter beschikking om (statisch) te demonstreren hoe het strooisysteem in de praktijk werkt. Agri Lemahieu bracht de ZA-V 3200 van Amazone mee. Malengier voorzag een Lemken Polaris 16 Econov. Toelichting gebeurde door Stijn Vercauteren van Lemken. Vanhoutte Mathieu bracht tenslotte een Vicon ROEDW strooier mee. Hierbij gaf Donald Dekeyser de uitleg. Een cruciale factor bij alle drie de machines is het valpunt op de schijf. Door hiermee te spelen, kan het strooibeeld enorm veranderen.

Tekst en beeld: Seppe Deckx

Deel dit artikel

Tags
topbericht

Primaire Sidebar

Recent nieuwsPartner nieuws
Gefractioneerd bemesten als terugverdienpraktijk
23 okt

Gefractioneerd bemesten als terugverdienpraktijk

Cirkelakker als alternatieve landschapsinrichting
22 okt

Cirkelakker als alternatieve landschapsinrichting

CARRÉ toont nieuwe AI-camera en combi-applicator op Agritechnica
22 okt

CARRÉ toont nieuwe AI-camera en combi-applicator op Agritechnica

Gele erwten als gouden eiwitbron
21 okt

Gele erwten als gouden eiwitbron

Hogere driftreductie verplicht vanaf 2026: wat verandert er voor jou?
20 okt

Hogere driftreductie verplicht vanaf 2026: wat verandert er voor jou?

Toon meer

Meer artikelen over kunstmeststrooier

Neem een foto van uw kunstmest en FertiEye stelt de strooier automatisch in

Neem een foto van uw kunstmest en FertiEye stelt de strooier automatisch in

Delphy partner van online platform voor bemesting op maat

Delphy partner van online platform voor bemesting op maat

OptiPoint pro: het nieuwe kopakker toepassingssyteem van Rauch

OptiPoint pro: het nieuwe kopakker toepassingssyteem van Rauch

Meer lezen over:

Maak uw keuze

Machines

Duurzaamheid

Gewasbescherming

Poten en zaaien

Oogst en bewaring

Marktprijzen

Ziekte en gevaren

Toon meer

Footer

Onze vakpartners

YARA Logo - 208x105 pixels

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

 *
 *
Vul hier uw e-mailadres in
  • Contact
  • Nieuwsbrief
  • Abonneren
  • Adverteren

Copyright © 2025 Prosu BV | Privacy | Algemene voorwaarden | Disclaimer | Cookiebeleid

  • Nieuws
  • Machines
  • Duurzaamheid
  • Gewasbescherming
  • Poten & zaaien
  • Oogst
  • Marktprijzen
  • Ziekten & gevaren
  • Vakpartners
    • Yara
  • Abonneren & meer
    • Abonneren op vakkrant Akkerbouwkrant
    • Uw abonnement op Akkerbouwkrant aanpassen
    • Adverteren
    • Contact
    • Inschrijven nieuwsbrief
  • Terre Fermière (FR)