Van 3 tot 7 december tonen verschillende constructeurs op landbouwbeurs Agribex kantstrooiers en driftreducerende technieken die voldoen aan het zevende Mestactieplan (MAP 7). Fedagrim, de federatie voor land- en tuinbouwmechanisatie, zet samen met de VLM enkele aandachtspunten voor deze technieken op een rijtje.
Vaste kunstmest moet verplicht gestrooid zijn met een kantstrooier in MAP 7. Voor vloeibare meststoffen moet er gewerkt zijn met driftreducerende technieken. Beide maatregelen zorgen voor een preciezere dosering, minder verliezen naar het milieu en een betere benutting van meststoffen.
MAP 7
Tijdens Agribex tonen verschillende leveranciers kantstrooiers en spuittechnieken die voldoen aan MAP 7. Let wel: de exacte regels over wanneer u die moet gebruiken zijn nog onder voorbehoud van definitieve goedkeuring door de Vlaamse Regering.
Koopt u een nieuwe tweeschijvenstrooier?
Afhankelijk van of u kunstmest strooit op grasland, onbeteeld of beteeld akkerland, strooit u beter kant-af of kant-op .
- Kant-af strooien (vb. met kantstrooiplaat) geniet de voorkeur op grasland, onbeteeld akkerland en mag ook gebruikt worden op beteeld akkerland.
- Kant-op strooien (vb. met kantstrooipijp, kantstrooischijf, lamellenblok of variabel valpunt) is logischer op beteeld akkerland.
Vraag aan de leverancier of de strooier voldoet aan kwaliteitsnorm EN 13739-1. Dat garandeert een nauwkeurig strooibeeld, zowel bij volleveld- als bij kantstrooien.
Hebt u al een pendel- of schijvenstrooier?
Ga na bij uw constructeur of u een kant-af of kant-op systeem op kunt laten monteren.
Wat moet u doen bij vloeibare meststoffen?
U moet werken met driftreducerende systemen om te vermijden dat spuitnevel wegwaait.
- Vloeibare basisbemesting aan hogere dosis gebeurt via straal- of ketsdoppen voor bemesting om verbranding van het blad te vermijden.
- Bladbemesting gebeurt via technieken die ook zijn toegelaten voor gewasbeschermingsmiddelen en die voldoen aan de 90% driftreductie van de IPM-regelgeving.
Bij welke standen op Agribex kunt u terecht?
- Hal 4 – standen 4100, 4101, 4103, 4200, 4205, 4206, 4305
- Hal 5 – standen 5100, 5101, 5103, 5209, 5302
- Hal 6 – stand 6301
- Hal 8 – standen 8104, 8113
Meer info
Op de webpagina kantstrooien en driftreducerende technieken vindt u alle info over de technieken, hoe u ze gebruikt en welke alternatieven er bestaan.
Bron: Vlaamse Landmaatschappij



